vrijdag 27 mei 2011


Is het ethisch verantwoord om als technologisch hoogstaand bedrijfgrondstoffen te winnen in derde wereldlanden op aanvraag van eendictatoriale regering? De achterliggende redenatie is dat vanuit het land zelf (dus de bevolking) weinig wordt geprofiteerd van de rijkdommen binnen de landsgrenzen en dat voornamelijk de mensen op de machtige posities er rijk van worden. Dit is een dilemma voor vele olie en gas bedrijven want dat zou betekenen dat er eerst een verandering van het politieke systeem zou moeten plaatsvinden en dat is lastig.
Dennis van Putten, UTwente


Wat zit er hier allemaal in de ethische klem? Het rechtvaardigheidsbeginsel zit in de klem. Maar ook de vraag of mensen die in het land wonen per definitie recht hebben op de olie die daar in de grond zit. Mee in de klem zit ook nog dat de vraag of je wel of geen vuile handen maakt eigenlijk al gepasseerd is. Gaat handelen zonder vuile handen wel? Kan ethiek zonder vuile handen? En hoe vuil is vuil? Waar liggen grenzen? In hoeverre ben jij medeverantwoordelijk voor het sponsoren van de dictatuur als je wel belasting betaalt over de gedolven grondstoffen? Als mensenrechten met voeten getreden worden? Of stap je ook dan in als je denkt dat je wel stapje voor stapje een verschil kunt maken. Door je medewerkers te scholen. Door mobiele telefoons het land in te brengen. Door aan gezondheidszorgvoorzieningen mee te werken. Enzovoorts.

Geen handeling in dezen zonder moreel verlies.

Een kleine nadenker tot besluit, dichter bij huis: Noorwegen is rijk door de olie en houdt het geld daarvan voor zichzelf. Hoe zit het dan met eerlijk delen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten