Wat betekent MVO nu voor maatschappelijke instellingen? Lees het hier op de GASTBLOG van bedrijfsethicus Jelte de Kock van adviesbureau Berenschot.
De MO ≠ MVO
Maatschappelijk verantwoord ondernemen door maatschappelijke ondernemingen
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) is een van de meest toegepaste vormen van bedrijfsethiek. Het gaat om ondernemen op een manier die recht doet aan wat goed is en hoe gehandeld zou moeten worden. En dat in de breedste zin van het woord. Dit uit zich op verschillende manieren; in het maken van fair-trade producten, het verminderen en compenseren van CO2-uitstoot, het divers maken van het personeelsbestand, het introduceren van Het Nieuwe Werken en ga zo voort.
In de commerciële sector zijn deze uitingen van MVO als zodanig herkenbaar. Het gaat altijd om een manier van geld verdienen, waarbij aandacht is voor meer stakeholders dan alleen de aandeelhouder. De aandeelhouder moet er echter wel beter van worden, anders hebben we het niet over MVO, maar over liefdadigheid (of gewoon over slecht ondernemerschap). In andere sectoren is de betekenis van MVO echter veel minder duidelijk. Waarover hebben we het bijvoorbeeld als we zeggen dat de overheid maatschappelijk verantwoord moet ondernemen. Gaat dat over duurzaam inkopen en transparant besturen? Of juist nog meer? En, wellicht nog diffuser, wanneer onderneemt een maatschappelijke onderneming als een ziekenhuis, onderwijsinstelling of woningbouwcorporatie, maatschappelijk verantwoord? Spraakverwarring en de brede inzetbaarheid van het begrip MVO maken deze vraag een stuk ingewikkelder dan dezelfde vraag in de commerciële sector.
De maatschappelijke onderneming is een ander soort organisatie dan een commerciële onderneming. Een commerciële onderneming is in klassieke zin gericht op maximalisatie van aandeelhouderswaarde. De maatschappelijke onderneming voert een specifieke maatschappelijke opgave uit en is gericht op het vergroten van waarde voor de samenleving. Dat kan bijvoorbeeld het aanbieden van onderwijs, zorg of huisvesting zijn.
De maatschappelijke onderneming biedt dus een publieke taak aan en had daarmee een ‘status aparte’ op het gebied van verantwoordelijkheid. Deze positie is de afgelopen jaren echter meer en meer ter discussie komen te staan, door bijvoorbeeld het (niet aangenomen) wetsvoorstel over de maatschappelijke onderneming als organisatievorm, maar ook door de maatregels voor en discussie over langstudeerders en de rol van hogescholen en universiteiten in het bepalen van collegegeld. Plotseling krijgen onderwijsinstellingen instrumenten in handen om studenten te binden of juist buiten te sluiten en wordt hun maatschappelijke rol een andere dan voorheen. Ze moeten meer en meer gaan ondernemen. Van woningbouwcorporaties wordt steeds meer verwacht dat ze zich inzetten voor leefbaarheid en wijkgericht werken en zorginstellingen moeten patiënten als mensen behandelen en inspraak dulden[1].
De verantwoordelijkheid van de maatschappelijke onderneming leek dus eenduidig, namelijk het verzorgen van de maatschappelijke taak, maar is dat niet meer. Daadwerkelijk ‘ondernemen’ wordt steeds belangrijker voor de maatschappelijke onderneming. De vraag rijst hiermee wat maatschappelijk verantwoord ondernemen voor de maatschappelijke organisatie betekent.
De vraag is of maatschappelijk verantwoord ondernemen voor een zorginstelling meer is dan het goed uitvoeren van de publieke taak? Volgens mij wel. De analogie van de commerciële organisatie helpt hierbij. De eerste en klassieke taak van een bedrijf is het bedienen van de aandeelhouders; de stakeholdertheorie die de gedachte achter MVO vormt laat echter zien dat dit niet genoeg is (ook al beweert Friedman anders). Op eenzelfde manier is het voor de maatschappelijke onderneming niet voldoende om alleen maar de publieke functie uit te oefenen.
De drie P’s[2] van MVO kunnen gebruikt worden om dit te illustreren. People, planet en profit moeten in evenwicht zijn om te kunnen spreken van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Waar bij een commerciële organisatie de focus op de P van Profit ligt, ligt dit bij de maatschappelijke onderneming op de P van People. Respectievelijk het creëren van winst en het creëren van meerwaarde voor de maatschappij. Om op een maatschappelijk verantwoorde manier te ondernemen moet in beide gevallen de bestaande P aangevuld worden met de twee andere groepen. Voor een commerciële organisatie zijn dat dus planet en people, wat zich uit in hybride auto’s, groene daken op kantoren, eco-toerisme en werk-privé balansen. Voor de maatschappelijke onderneming planet en profit, wat nog veel minder expliciet lijkt. Duurzaam inkopen, gezond eten in schoolkantines en projecten in de wijk zijn voorbeelden, de filosofie erachter lijkt echter nog te ontbreken.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen voor een maatschappelijke onderneming betekent structureel nadenken over het ondernemen van de organisatie waarbij ook planet en profit worden betrokken. De omgang met planet is relatief eenvoudig, die kan worden afgekeken van de commerciële sector. Profit lijkt echter moeilijker te verenigen met een maatschappelijke organisatie. Maar de P van profit gaat niet alleen om het maken van winst, het gaat ook om de effecten die (het maken van) winst kan hebben. En hier is precies waar nog veel gedaan kan worden door de maatschappelijke organisatie. Winstuitkering in de zorg, commercieel denken door hogescholen bij het aanbieden van tweede studies en woningcorporaties die in het hoge segment van de markt verdienen lenen zich bij uitstek voor nieuw nadenken over maatschappelijk verantwoord ondernemen in deze sector. Deze uitingen van ‘klassiek’ ondernemen moeten inhoud worden gegeven door na te denken over de betekenis die zij hebben voor het uitvoeren van de publieke taak. Winst door woningen in het hoge segment van de markt bij woningcorporaties moet ten goede komen aan huisvesting voor sociaal zwakkeren. Winst op opleidingen dient aangewend te worden om onderwijs te verbeteren en talentvolle studenten kansen te bieden. Winst in de zorg moet de zorg verbeteren door meer aandacht in ziekenhuizen.
MVO bij de maatschappelijke onderneming moet dus nog verder ontwikkeld worden. De eerste stap ligt bij het herkennen van de drie P’s voor maatschappelijke organisaties. Daarna moet gestructureerd nagedacht worden over de positie die planet en vooral profit innemen in de nieuwe rol die maatschappelijke ondernemingen hebben. De maatschappelijke onderneming onderneemt nog niet maatschappelijk verantwoord, maar het hoeft niet lang meer te duren.
Jelte de Kock is bedrijfsethicus en werkzaam als consultant bij Berenschot. Samen met collega Ruud Crijns heeft hij een artikel over MVO door de MO in voorbereiding.
[1] Zie ‘Van oefenmodel naar co-educator: de rol van de patiënt in de opleiding van artsen’ van donderdag 31 maart 2011 op deze weblog.
[2] Tegenwoordig wordt er ook wel gesproken over een vierde P, van Pneuma, ofwel zingeving. Deze valt volgens mij echter onder People en verdient op die plek specifieke aandacht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten