dinsdag 26 april 2011

champagne bubbels up close & personal
De eerste opdracht! 


EthiekZaak heeft haar eerste opdracht. Stichting Techniekpromotie heeft EthiekZaak gevraagd om mee te denken over les over kernfusie voor het onderwijs. Primair en onderbouw voortgezet. Een terrein met waarlijk Grote Vragen waarmee we de Stichting een stukje mogen ondersteunen. Vanuit onze ethische kennis. We werden er even stil van. En dronken.  Want deze eerste opdracht ging gepaard met champagne. Natuurlijk. Want het voelt alsof we nu echt bestaan. Echt onderweg zijn. Wat een feest.


Directeur en team van de Stichting: DANK voor jullie enthousiasme en het zien van de kans. Wie volgt?

woensdag 20 april 2011


The Chinese Way

Chinese professor Shi Yihong was aan het woord maandagavond 18 april 2011 VU Amsterdam. Zijn presentatie was onderdeel van de lezingenreeks van SID getiteld Global values in a changing world. De spanning die er is in onze globaliserende wereld, waar in elk land, op elke plek verschillende lokale waarden gelden.
De professor gaat inzoomen op universele normen, China’s complexiteit en hoe internationale veiligheidsvraagstukken in relatie hiermee worden aangepakt.
Met een zaal vol westerlingen met hoofden vol persvrijheid, mensenrechten, onbeperkt internettoegang, evenwel geen makkelijke opgave.

Een deel van het verhaal verdween in onverstaanbaar Chinees-
Engels, maar de kern van Shi’s betoog werd even helder als voorspelbaar. Stel een vraag over de houdbaarheid van universele normen en je krijgt een antwoord over de waarde van de particularistische variant. In de Chinese cultuur heeft elke situatie haar eigen normen en bijbehorende particuliere goede handelswijze. The Chinese Way. Universele normen bestaan, maar slechts aan de rand van een probleem. De complexiteit van iedere situatie wordt daarmee beter erkent. De context waarin een gebeurtenis plaats vindt, is leidend. De boodschap: mensenrechten prima, maar niet zo concreet uitgewerkt als nu. Dat laat namelijk geen ruimte voor de eigenheid, voor de eigen waarden van een cultuur, een land.

EthiekZaak vroeg de professor welke waarde hij de westerse wereld mee zou willen geven vanuit Chinees perspectief. Good question zegt de prof. Zijn antwoord laat zich raden: de waarde van de Chinese particularistische kijk op het leven.

Punt is dat waar de morele verwerpelijkheid van marteling en beknotting van vrije meningsuiting voor ons gesneden koek is, de draaiende werkelijkheid in China mensen voor grote morele dilemma’s stelt. Particularisme is een levensovertuiging en kan te vuur en te zwaard verdedigd worden maar evenzeer is het een menselijke verklaring en misschien zelfs een verontschuldiging voor zaken die gebeuren in de doorstomende realiteit van China.
Een verontschuldiging die de spreker nodig heeft omdat het wijzend westers vingertje ook op zijn borst drukt.
EthiekZaak steekt graag de hand in eigen Westerse boezem. Het is bepaald niet makkelijk om gemeenschappelijke waarden te koesteren en na te streven. Daar is voortdurende inspanning, constructieve discussie en grondige interactie voor nodig.
Kijk naar de wankelheid van de Europese solidariteit. Ook hier in Europa hebben we het er knap lastig mee om onze gedeelde waarde van solidariteit voorbij gedeeld eigenbelang te trekken. En hebben we dan als individueel land niet ook altijd de neiging om de waarde van onze eigen cultuur, de particularistische context waarin gebeurtenissen plaats vinden, te benadrukken? En wat is dan in deze gevallen de goede manier van handelen? Hebben we daar een pasklaar antwoord op?

donderdag 14 april 2011

Wake up Call

De wekker ging af. 13 april 2011, 14.00 uur Apollozaal VWS, Den Haag. Een wake-up call van de RVZ. Veranderende zorgvraag, beperkte middelen en dus de oproep tot “nadenken over de uitdagingen waarvoor zorgverleners in de nabije toekomst komen te staan.” [1]
EthiekZaak was ook aanwezig, klaarwakker al voor 14.00 uur natuurlijk maar evenzeer bereid aan de RVZ oproep tot nadenken gehoor te geven.
RVZ verrichtte wat voorwerk: Bekwaam is bevoegd heet het rapport. Waarmee de domeinstrijd tussen specialist en verpleegkundige per direct beslecht is. Wet BIG voorbehouden medische handelingen moet versoepeld worden want wie bekwaam is, is bevoegd. En daarmee basta. Good going zegt EthiekZaak, de vaart erin, oud zeer opzij en de strijdbijl begraven. Wel nog even goed regelen met de verantwoordelijkheden.

Het moge duidelijk zijn dat de RVZ in de medische en andere zorgopleidingen pleit voor vernieuwing. Competentie is daarbij het toverwoord. Zorgprofessionals moeten over specifieke competenties beschikken en dit wordt hen in de opleiding aangeleerd. Maakt natuurlijk de weg vrij naar taakherschikking. Goedkopere verpleegkundige vervangt dure specialist. Besparing. Clever thinking.

EthiekZaak zou zichzelf niet zijn als hij niet ook een kritische noot zou kraken. Een korte blik op de deelnemers in de door de RVZ bijeengeroepen klankbord- en discussiegroepen leert dat veel organisaties, colleges, fondsen, organen en autoriteiten bij het rapport betrokken zijn geweest.
Van de zorgprofessionals zelf echter minder sporen. Waar zijn degenen waar het uiteindelijk allemaal om draait? Waar is de chirurg die in zijn 80-urige werkweek communicatief zo enorm bekwaam moet worden?  Waar is de verpleegkundige die in de overvolle zaal er taken bij moet nemen, waar is de arts-opleider die de tot samenwerker gedrilde pas afgestudeerde aios de kneepjes van het vak moet bijleren? Waar is de huisarts die in real life de generale veranderende zorgvraag op zijn bordje krijgt?

Logisch waar ze waren, ze waren aan het werk.

Maar toch: Waar is de discussie over de noodzaak van competent gericht onderwijs? Waar zijn de kritische geluiden over de toenemende praktijkgerichtheid? Wat betekent dit bijvoorbeeld voor de vakinhoudelijke kennis van de verschillende medische en verplegende vakken? Het is toch niet allemaal koek en ei?
Reageren op veranderde zorgvragen, aanpassen aan omstandigheden, het is cruciaal. Maar de EthiekZaak durft er een fles wijn om te verwedden dat dit op fundamenteel niveau het vak van de arts, verpleegkundige en andere paramedicus verandert. Fundamentele veranderingen waar de professional zelf toch zeker weloverwogen in wil staan.

Dus bij deze een uitnodiging om onder het genot van lekker eten en een goede fles de gedachten hierover op een rij te zetten. Tijdens de EthiekTafel Gezondheidszorg op 16 juni 2011: “Wat hebt u nodig om uw vak goed uit te oefenen?”

Uitnodiging aan u, artsen, verpleegkundigen, paramedici, verzorgenden uit het veld, want u hebt niet liggen slapen, toch?



[1] RVZ. Bekwaam is bevoegd: Innovatieve opleidingen en nieuwe beroepen in de zorg. April 2011, p. 10.

woensdag 13 april 2011

Wat betekent MVO nu voor maatschappelijke instellingen? Lees het hier op de GASTBLOG van bedrijfsethicus Jelte de Kock van adviesbureau Berenschot.

De MO ≠ MVO
Maatschappelijk verantwoord ondernemen door maatschappelijke ondernemingen
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) is een van de meest toegepaste vormen van bedrijfsethiek. Het gaat om ondernemen op een manier die recht doet aan wat goed is en hoe gehandeld zou moeten worden. En dat in de breedste zin van het woord. Dit uit zich op verschillende manieren; in het maken van fair-trade producten, het verminderen en compenseren van CO2-uitstoot, het divers maken van het personeelsbestand, het introduceren van Het Nieuwe Werken en ga zo voort.
In de commerciële sector zijn deze uitingen van MVO als zodanig herkenbaar. Het gaat altijd om een manier van geld verdienen, waarbij aandacht is voor meer stakeholders dan alleen de aandeelhouder. De aandeelhouder moet er echter wel beter van worden, anders hebben we het niet over MVO, maar over liefdadigheid (of gewoon over slecht ondernemerschap). In andere sectoren is de betekenis van MVO echter veel minder duidelijk. Waarover hebben we het bijvoorbeeld als we zeggen dat de overheid maatschappelijk verantwoord moet ondernemen. Gaat dat over duurzaam inkopen en transparant besturen? Of juist nog meer? En, wellicht nog diffuser, wanneer onderneemt een maatschappelijke onderneming als een ziekenhuis, onderwijsinstelling of woningbouwcorporatie, maatschappelijk verantwoord? Spraakverwarring en de brede inzetbaarheid van het begrip MVO maken deze vraag een stuk ingewikkelder dan dezelfde vraag in de commerciële sector.
De maatschappelijke onderneming is een ander soort organisatie dan een commerciële onderneming. Een commerciële onderneming is in klassieke zin gericht op maximalisatie van aandeelhouderswaarde. De maatschappelijke onderneming voert een specifieke maatschappelijke opgave uit en is gericht op het vergroten van waarde voor de samenleving. Dat kan bijvoorbeeld het aanbieden van onderwijs, zorg of huisvesting zijn.
De maatschappelijke onderneming biedt dus een publieke taak aan en had daarmee een ‘status aparte’ op het gebied van verantwoordelijkheid. Deze positie is de afgelopen jaren echter meer en meer ter discussie komen te staan, door bijvoorbeeld het (niet aangenomen) wetsvoorstel over de maatschappelijke onderneming als organisatievorm, maar ook door de maatregels voor en discussie over langstudeerders en de rol van hogescholen en universiteiten in het bepalen van collegegeld. Plotseling krijgen onderwijsinstellingen instrumenten in handen om studenten te binden of juist buiten te sluiten en wordt hun maatschappelijke rol een andere dan voorheen. Ze moeten meer en meer gaan ondernemen. Van woningbouwcorporaties wordt steeds meer verwacht dat ze zich inzetten voor leefbaarheid en wijkgericht werken en zorginstellingen moeten patiënten als mensen behandelen en inspraak dulden[1].
De verantwoordelijkheid van de maatschappelijke onderneming leek dus eenduidig, namelijk het verzorgen van de maatschappelijke taak, maar is dat niet meer. Daadwerkelijk ‘ondernemen’ wordt steeds belangrijker voor de maatschappelijke onderneming. De vraag rijst hiermee wat maatschappelijk verantwoord ondernemen voor de maatschappelijke organisatie betekent.
De vraag is of maatschappelijk verantwoord ondernemen voor een zorginstelling meer is dan het goed uitvoeren van de publieke taak? Volgens mij wel. De analogie van de commerciële organisatie helpt hierbij. De eerste en klassieke taak van een bedrijf is het bedienen van de aandeelhouders; de stakeholdertheorie die de gedachte achter MVO vormt laat echter zien dat dit niet genoeg is (ook al beweert Friedman anders). Op eenzelfde manier is het voor de maatschappelijke onderneming niet voldoende om alleen maar de publieke functie uit te oefenen.
De drie P’s[2] van MVO kunnen gebruikt worden om dit te illustreren. People, planet en profit moeten in evenwicht zijn om te kunnen spreken van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Waar bij een commerciële organisatie de focus op de P van Profit ligt, ligt dit bij de maatschappelijke onderneming op de P van People. Respectievelijk het creëren van winst en het creëren van meerwaarde voor de maatschappij. Om op een maatschappelijk verantwoorde manier te ondernemen moet in beide gevallen de bestaande P aangevuld worden met de twee andere groepen. Voor een commerciële organisatie zijn dat dus planet en people, wat zich uit in hybride auto’s, groene daken op kantoren, eco-toerisme en werk-privé balansen. Voor de maatschappelijke onderneming planet en profit, wat nog veel minder expliciet lijkt. Duurzaam inkopen, gezond eten in schoolkantines en projecten in de wijk zijn voorbeelden, de filosofie erachter lijkt echter nog te ontbreken.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen voor een maatschappelijke onderneming betekent structureel nadenken over het ondernemen van de organisatie waarbij ook planet en profit worden betrokken. De omgang met planet is relatief eenvoudig, die kan worden afgekeken van de commerciële sector. Profit lijkt echter moeilijker te verenigen met een maatschappelijke organisatie. Maar de P van profit gaat niet alleen om het maken van winst, het gaat ook om de effecten die (het maken van) winst kan hebben. En hier is precies waar nog veel gedaan kan worden door de maatschappelijke organisatie. Winstuitkering in de zorg, commercieel denken door hogescholen bij het aanbieden van tweede studies en woningcorporaties die in het hoge segment van de markt verdienen lenen zich bij uitstek voor nieuw nadenken over maatschappelijk verantwoord ondernemen in deze sector. Deze uitingen van ‘klassiek’ ondernemen moeten inhoud worden gegeven door na te denken over de betekenis die zij hebben voor het uitvoeren van de publieke taak. Winst door woningen in het hoge segment van de markt bij woningcorporaties moet ten goede komen aan huisvesting voor sociaal zwakkeren. Winst op opleidingen dient aangewend te worden om onderwijs te verbeteren en talentvolle studenten kansen te bieden. Winst in de zorg moet de zorg verbeteren door meer aandacht in ziekenhuizen.
MVO bij de maatschappelijke onderneming moet dus nog verder ontwikkeld worden. De eerste stap ligt bij het herkennen van de drie P’s voor maatschappelijke organisaties. Daarna moet gestructureerd nagedacht worden over de positie die planet en vooral profit innemen in de nieuwe rol die maatschappelijke ondernemingen hebben. De maatschappelijke onderneming onderneemt nog niet maatschappelijk verantwoord, maar het hoeft niet lang meer te duren.

Jelte de Kock is bedrijfsethicus en werkzaam als consultant bij Berenschot. Samen met collega Ruud Crijns heeft hij een artikel over MVO door de MO in voorbereiding.


[1] Zie ‘Van oefenmodel naar co-educator: de rol van de patiënt in de opleiding van artsen’ van donderdag 31 maart 2011 op deze weblog.
[2] Tegenwoordig wordt er ook wel gesproken over een vierde P, van Pneuma, ofwel zingeving. Deze valt volgens mij echter onder People en verdient op die plek specifieke aandacht.

dinsdag 12 april 2011

Samenwerking Ethiek Instituut Universiteit Utrecht!


Jongens, wat gaan we hard! We twitteren, we bloggen, we hebben een site, we hebben een school bezocht, de EthiekTafels zijn ontworpen en de eerste inschrijvingen zijn een feit. Ook zitten de eerste echte acquisitiegesprekken in de pijplijn. Ongelooflijk spannend en opwindend. Zeker omdat we alles een EthiekZaak benadering willen geven, dus: ethiek uit de sfeer van angst en beven omvormen tot een positieve kracht. Dat vergt een voortdurende inspanning. Want daarmee zijn we echt anders en anders zijn is soms best wel eng!


Maar sinds vandaag hebben we krachtige steun! Want het Ethiek Instituut van de Universiteit Utrecht heeft positief besloten over samenwerking tussen hun en onze zaak. Natuurlijk: wij zijn alumni van hun master, maar toch. Als alumni (potentieel) wilde dingen gaan doen, is het absoluut een wezenlijk besluit om je daaraan te verbinden in de vorm van een samenwerking. Wij zijn er dan ook enorm trots op en blij mee dat het besluit positief is uitgevallen. Daarmee weten wij ons als jonge onderneming verzekerd van de nieuwste academisch ethische inzichten, de jongste onderzoeksontwikkelingen, de mogelijkheid tot het organiseren van collegecycli, van een betrouwbaar klankbord en van de mogelijkheid tot samenwerken aan opdrachten. Kortom: een permanente mogelijkheid tot het borgen van onze eigen kwaliteit. Het Ethiek Instituut weet zich door deze samenwerking verzekerd van hands on ervaring in de ethische beroepspraktijk in een divers werkveld. Daarnaast vindt het Ethiek Instituut het uitgesproken spannend en lovenswaardig dat ethici op deze manier gaan ondernemen. Dat steunen ze graag. Met als grote verbindende factor de visie dat ethiek een wezenlijk onderdeel is van bedrijf en beroep, in alle sectoren, in alle functies, op alle niveaus. En dat die visie van ethici vraagt dat zij hun kennis praktijkgericht en down to earth in zetten. We gaan ervoor!

woensdag 6 april 2011

EthiekZaak was te gast bij groep 8 van de rk basisschool De Fontein in Den Haag van meester Leo van Rutten. Ze maakten tekeningen en gedichten over ETHIEK!
Bedankt kids!